De Schoolsteegbosjes print
 
  Tekst: Marleen Voorhorst, oktober 2002. Foto's: Guus Sakkers, september 2003

De Schoolsteegbosjes zijn in het bezit van de Gemeente Leusden, staatsbosbeheer en Stichting De Boom. Er is in Leusden-Zuid nog een boer die een deel van de akkers pacht (en dus bemest). Het Centrum voor natuur en milieu in Leusden heeft er samen met Stichting de Boom voor gezorgd dat er in dit beschermde natuurgebied twee maal per jaar excursies worden gehouden. Dit om de mensen te laten zien waarom het gebied zo bijzonder is. Het past bovendien bij de doelstelling van de gemeente Leusden om meer natuurgebieden onder begeleiding open te stellen voor publiek.
De naam Schoolsteeg komt uit de periode dat aan dit weggetje ten tijde van het gehucht Hamersveld een schooltje lag met slechts twee meesters. De Schoolsteegbosjes beslaan ongeveer 75 ha. De helft daarvan is akkerland en de andere helft bosjes. Een deel van het akkerland ligt weer tussen kleine bosjes en hagen. Verder zijn er een aantal poelen gegraven.

Het weiland
Het akkerland wordt tegenwoordig niet meer bemest, met de bedoeling er zogenaamd schraal land van te maken. Schraal land heeft een eigen vegetatie en zal zich op den duur uiten als een bloemrijk grasland. Het duurt echter wel vijftien tot twintig jaar voor het zover is. De weilanden laat men begrazen door vee. Op dit

Lakenvelders beheren de weilanden.

moment lopen er op de weilanden lakenvelders, een koeienras dat niet meer interessant is als melkvee. Het ras was bijna uitgestorven maar nu zijn er weer zo'n 1000 in Nederland. Ze lopen hier rond om de grasmat kort te houden en vanwege de cultuurhistorische waarde. Lakenvelders lopen alleen in het groeiseizoen buiten en hebben een niet te zware hoefdruk; dit is gunstiger dan de pony's en runderen die er eerst liepen, omdat die door hun zwaardere hoefafdruk de grasmat kapot trapten en de gewenste verschraling daardoor tegenwerkten.

 
  Eikenhakhout, het enig overgebleven exemplaar van een eikenhakhoutbos.

Het bos: middenbos en hakhoutbos
De bosjes bestaan uit zogenaamd middenbos en hakhoutbos. Beide komen niet veel meer voor in Nederland. Van het middenbos is er nog circa 900 ha en van het hakhoutbos is er nog circa 1500 ha in heel Nederland. Middenbos is bos met hakhout en bomen, meestal eik of beuk. Het is daardoor een strook met zowel stronken als bomen; een unieke combinatie.
Hakhoutbos is bos waaruit hakhout wordt gehaald. Het hout is niet zozeer voor economisch belang, maar wordt weggehaald om het overgebleven bos een hogere natuurwaarde te geven. Er komen door de variatie in hoogte van stuiken en bomen veel verschillende levensgemeenschappen aan hun trekken, met een grote diversiteit aan broedplaatsen. De rijke humuslaag biedt veel ongewervelde dieren een thuis en de vele insecten die er leven trekken weer veel insectenetende vogels. Verder bieden de stronken een goede groeiplek voor veel en ook zeldzame mossen. Er komen zo'n 53 soorten vogels voor en zo'n 200 verschillende soorten bomen en planten. Een ander voordeel van hakhoutbos is dat het een goede schuilplaats is voor reeën en fazanten.

Wetenswaardigheden
Al wandelend worden ook allerlei wetenswaardigheden over verschillende planten verteld. Soms met wetenschappelijke achtergrond, maar ook soms met een anekdote.
Wist u al dat de bloemen van klimop (hedera) een aasgeur afgeven waar vliegen op af komen? De puntige bladeren groeibladeren zijn en de rondere bladeren bloeibladeren? Dus als je een stekje wilt nemen moet je geen bloeiblad nemen. Deze plant wurgt de boom waar hij tegenop groeit niet, dit in tegenstelling tot kamperfoelie. Kamperfoelie is een plant die 's avonds geurt, omdat deze bestoven wordt door een nachtvlinder die zich voornamelijk oriënteert op geur.

 
 
Op de voorgrond een Gelderse roos met z'n rode bessen. Op de achtergrond is nog net een ooievaarsnest te zien.
We komen langs een beukenlaan waarvan het ontstaan nog niet achterhaald is. De houtstructuur van een beuk is korrelig waardoor het hout niet splintert en heel geschikt is voor het maken van speelgoed. In de beuken van de Schoolsteegbosjes is de boommarter gesignaleerd. De boommarter, steenmarter, visotter en das behoren tot de familie van marters. Het is vrij uniek dat hier de boommarter voorkomt. Ook hermelijn en bunzing komen hier voor.

Hoe de natuur mooi samenwerkt is onder andere te zien aan de meeldauw die we in deze tijd veel zien op jonge scheuten van eikenbomen (de zogenaamde Sint-Jansloten). Dit is weer een voedingsstof voor het gele 22-stippelig lieveheersbeestje.
Waar we ook op worden gewezen is het samenspel tussen elzen en brandnetels. Brandnetels groeien, net als bramen graag op plaatsen waar veel stikstof in de grond zit, een rijke voedingsbodem. Elzen vormen stikstofknolletjes aan de wortels en daarom zie je elzen en brandnetels vaak bij elkaar.
De els is de enige boom die haar blad groen laat vallen. Andere bomen trekken hun bladgroen (chlorofyl) in de herfst terug, waardoor de achterblijvende kleuren rood, bruin geel en oranje de bladeren een andere kleur geven.

Poel met kwelwater
 
Een poel met kwelwater
Gegraven poelen
Verder wandelend komen we langs een sluisje om de grondwaterstand te beheren. Juist door de grondwaterstand wat te verhogen kan het gebied een hogere natuurwaarde krijgen.
Dan komen we bij een van de paddenpoelen.Ze dienen als drinkplaats voor reeën, maar bieden bovendien een goede paarplaats voor kikkers, padden en diverse soorten salamanders. Een paddenpoel heeft goed licht nodig, zodat de zon het water kan verwarmen.
Een amfibie heeft het water nodig om eieren in te leggen. Denk maar aan de paddentrek naar hun water. De poel vult zich met kwelwater en regenwater. Er komen twintig soorten libellen voor.

Huizenbouw
Verbaasd was ik toen ik hoorde dat winkelcentrum de Hamershof eerst gepland was in een weiland van de Schoolsteegbosjes. Gelukkig heeft Dhr. Wanne hier indertijd tegen gestreden en het voor elkaar gekregen dat er van de Schoolsteegbosjes in 1982 een natuurmonument werd gemaakt. Stel dat in de Langesteeg huizenbouw komt, dan zal de ecologische verbindingszone tussen landgoed De Boom en het gebied richting Veluwe worden verbroken. Reeën en andere dieren worden daardoor in hun leefgebied beperkt en er zal daardoor inteelt kunnen plaatsvinden. Bovendien zal de bouw veel water onttrekken aan de Schoolsteegbosjes, waardoor een groot deel van de (moeras)planten, die afhankelijk zijn van kwelwater, zal verdwijnen.

Een kijkje op het gebied waar nieuwbouwplannen voor zijn. 

Als je het in een groter kader bekijkt, is het van belang dat natuurgebieden met elkaar verbonden blijven. In Leusden zitten we in een gebied dat de Utrechtse Heuvelrug met de Veluwe zou kunnen verbinden. We praten dan over de ecologische hoofdstructuur. Het zou voor het behoud van de Schoolsteegbosjes erg wenselijk zijn als dit op elkaar afgestemd zou kunnen worden. Als ook de liniedijk in dit gebied opgenomen zou kunnen worden is er ook een ecologische verbindingsweg tussen het IJsselmeer en de Nederrijn.

Toekomst
Hoe dit alles zich in de toekomst zal ontwikkelen is echter een grote vraag. Ook de boeren in de omgeving hebben hun stem, maar zullen misschien ook inzien dat bepaalde processen nodig zijn om het belang van de natuur te dienen. Wil je bepaalde doelen bereiken dan zul je elkaars standpunt moeten begrijpen.

Het was voor mij een leerzame morgen en ik besef iedere keer weer dat er nog veel over de natuur te leren is. We zeggen wel eens: 'hoe meer je weet, hoe minder je weet'. Zelf ben ik door het IVN al veel wijzer geworden wat betreft de natuur in de eigen leefomgeving. Het IVN biedt ook vaak leuke korte cursussen of lezingen aan.

Meer weten: neem contact op met IVN Amersfoort (info@ivnamersfoort.nl) of met het Centrum voor Natuur en Milieu De Schoolsteeg in Leusden (T 033 496 1732). Het is de moeite waard!